- Leer ‘nee’ te zeggen, laat je geen verantwoordelijkheid opdringen voor dingen waar je niks over te zeggen hebt.
- Plan je werkzaamheden goed in en plan ook je vrije tijd in. Denk aan de dagen dat je andere dingen moet doen en je vrije dagen. Het werk is toch nooit af dus laat je niet gek maken.
- Houd vast waarom je het onderwijs leuk vond, herinner jezelf eraan dat het (waarschijnlijk vooral) om de leerlingen en je vak gaat. Het belang van de rest van het geneuzel wordt meestal erg overschat.
- Stel je zelf een lange termijndoel en leidt daaruit een korte termijndoel af. Denk daarbij aan een maand of 3.
- Geef jezelf af en toe een compliment voor wat er goed gegaan is. Kijk goed naar wat je doet. Bevalt het je niet doe dan iets anders, iets beters...:-)
- Maak duidelijk aan je collega’s wat je graag wil doen en wat niet. Laat je geen dingen opdringen omdat je toevallig iets goed kan. Je collega's moeten dat dan maar leren.
- Plan geen vergaderingen of overleg tijdens je pauze, ook niet met je leidinggevende.
Zie tip 1. Ga niet vergaderen zonder voorbereiding. Denk aan een notulen, agenda, gewenste aanwezigheid, doel van de bijeenkomst, enz.
- Ga naar huis als je klaar bent.
- Laat één keer per week gewoon de boel de boel en neem een borrel...:-)
- Je mag jezelf best goed vinden. Als je te bescheiden bent dan gaan mensen denken dat ze je in de maling kunnen nemen. Niet doen! Je bent goed zoals je bent.
...en onthoud: je collega’s zitten in hetzelfde schuitje.