"Het Alternatief wist het spuuglelijke begrip ‘afrekencultuur’ heel succesvol te framen. Het even onappetijtelijke ‘verbetercultuur’ wordt daar nu diapositief tegenover gezet, maar ik ben niet op voorhand overtuigd. Beide hebben namelijk deel aan een zelfde, overkoepeld performativiteitsvertoog: alles kan altijd beter – elke dag een beetje zelfs."
bron