maandag 30 april 2012

Contraproductief

Ik heb tot vandaag altijd het standpunt ingenomen dat iedereen recht heeft op zijn eigen gekluns. Dat is een handig standpunt als je, naast het bestrijden van onzinnige ideeën, ook nog een leven wilt hebben. Ik riep, lerarenopleidinggewijs, nog wel ’s wat over het gekluns met n@tschool (en de rest van de ICT-voorzieningen), het lerarenregister (niet doen!) of dat mallotige wikiwijs (wie verzint er zo iets?).

Veel zin heeft dat ‘er over zeuren’ niet echt, maar over dat ‘recht op je eigen gekluns’ moet ik mijn mening herzien. Nee, niet iedereen mag zo maar gaan zitten klunzen met geld dat beter besteed zou kunnen worden. Dat kunnen we niet langer goed vinden. Dus blijf ik er toch maar over doorgaan…:-)

Ik dacht altijd ‘laat ze maar gaan, het wordt waarschijnlijk helemaal niks, maar laat ze maar lekker verder klunzen. Dan hebben ze wat te doen.’ Maar ‘stagnerende implementatie’ is contraproductief. Het is niet zo dat ‘slechts’ de beoogde doelen ‘gewoon’ niet gehaald worden, nee, het werkt juist averechts. Er wordt dus (veel) minder bereikt dan dat wat zonder de mislukkingen mogelijk zou zijn geweest. Men had het beter achterwege kunnen laten…

Als je, in de loop van de tijd, constateert dat je ELO niet leidt tot innovatief en begeesterd onderwijs dan zou je ook kunnen overwegen er mee op te houden. Steeds maar weer studiedagen, workshops, nieuwe versies, …

Het zou kunnen zijn dat de ‘onwillige docenten’ eerder onwilliger worden dan williger. Het zou wel ’s kunnen zijn dat ze het inmiddels al helemaal zat zijn. Ondertussen doen ze dan eerder minder dan meer. Dat is contraproductief.

Dan heb ik het nog niet eens over de leerlingen. Wat moeten zij er mee? Een ELO? Wat is dat? Hoe moet dat dan? Komt daar wel ’s iemand dan? Moeten wij daar iets mee? Boe, boe…

Nee, dames en heren, zo gaat dat niet. Voordat je gaat knutselen aan je ELO moet je eerst ernstig nadenken over wat je precies wil. Innovatief en modern onderwijs? Digitalisering van het onderwijs? Gaan we nieuwe dingen bedenken? Gaan we 's fijn verdwalen? Een nieuwe route zoeken? Nieuwe middelen gebruiken? Uit onze bol gaan?

Of pruttelen we gewoon verder, drinken we een glas en vragen we ons later af ‘waar is het mis gegaan?’.