- 300 gram spliterwten
- 2 schouderkarbonades
- 2 à 3 laurierblaadjes
- 1 knolselderij
- 2 dunne preien
- 50 gram selderij
- 2 verse rookworst
- vers gemalen peper
- Was de spliterwten.
- Vul een grote soeppan met 1,5 liter water en roer er een volle eetlepel zout door. Voeg spliterwten, karbonades en laurierblaadjes toe en laat - onder regelmatig roeren - het geheel langzaam op matig vuur aan de kook komen. Laat ongeveer 20 minuten koken.
- Snijd ondertussen de selderijknol in dunne plakken. Schil de plakken en snijd ze in kleine blokjes. Was de blokjes in een vergiet.
- Snij het donkergroene blad van de prei en gooi het weg. Snij het witte deel in ringen. Was de prei en laat uitlekken.
- Neem 3/4 van de bos selderij en hak het fijn.
- Na 20 minuten de karbonades uit de pan nemen.
- Knolselderij, prei, selderijblad en rookworst toevoegen en nogmaals 20 minuten zachtjes laten koken. Ondertussen bot uit de karbonades verwijderen en het vlees in kleine stukjes snijden.
- Na 20 minuten worst en laurierblaadjes uit de pan halen. Met een staafmixer de soep enigszins pureren. Er moeten nog wel wat stukjes knolselderij overblijven.
- Kleingesneden karbonade toevoegen en nogmaals een kwartiertje zachtjes koken. Resterend selderijblad klein hakken.
- Worst in plakjes snijden en toevoegen.
selderijblad eroverheen strooien. De soep is dikker als je hem een dag van te voren maakt.