Ik ben een vakidioot, denk ik, want ik vind 'wiskunde' leuk. Ik vind het moeilijk te accepteren dat leerlingen 'wiskunde' niet leuk vinden. Ik roep dan ook wel 's dat één van de problemen van ons vak is dat die schoolwiskunde 'gewoon niet leuk genoeg is'.
Op vergaderingen kan het je overkomen dat iemand dan gaat roepen 'waarom moet het altijd leuk zijn?'. Daar zit vast een diepe gedachte achter: 'het leven is gewoon niet leuk, dus wen er maar vast aan'.
Dat is wel een gemiste kans, want leren gaat zoveel makkelijker en beter als je plezier hebt in waar je mee bezig bent. Dat 'leuk' zijn is een intrinsieke vorm van leuk die nu juist zo kenmerkend is van bezig zijn met wiskunde: dingen ontdekken, je dingen afvragen, dingen zeker weten, dingen kunnen oplossen... enz...
Meestal is er geen gelegenheid om tijdens de oppervlakkige uitwisseling van gedachten bij vergaderingen je standpunt te nuanceren. Je probeert een punt te maken en je wordt meteen afgeschoten, zeg maar. Terwijl, na bijna 25 jaar wiskundeonderwijs, ik er van overtuigd ben dat het 'leuk zijn' een belangrijke indicator is of je onderwijs wel deugt. Als leerlingen wiskunde niet leuk vinden dan klopt er iets niet.
Vandaag heb ik bedacht dat 30 leerlingen in een lokaal zetten en vragen om in stilte en in hun eentje zich bezig te houden met een schriftelijke cursus 'opgaven maken' misschien niet de juiste werkvorm is. Leerlingen willen interactie, zich laten zien, dingen verzinnen, spelletjes doen, elkaar uitdagen, opvallen, zingen, gillen, elkaar aanraken, bewegen, ijsjes eten, met hun telefoon spelen,...
Maar dat kan natuurlijk niet. Nee, je moet sommen maken... boeiend:-))