Pagina's

zondag 19 februari 2012

Wat vind je dan wel een goede wiskundemethode?

Eén van de vragen die mij vandaag werd toegeworpen was wat ik dan wel een goede wiskundemethode vind... Ik heb maar iets geroepen dat ik het allemaal niks vind. Hoe bescheiden kan je zijn?:-)

Ik heb denk ik de afgelopen 23 jaar met heel wat verschillende methoden les gegeven. In ieder geval 'Moderne Wiskunde', 'Netwerk', 'Getal en Ruimte' en nog zo wat... Ze hebben allemaal voor- en nadelen. Echt verheffend is het niet. Maar je bent leraar of niet, dus doe je wat je kunt en ik denk nog steeds hoe slechter het boek hoe beter.:-)

Moderne wiskunde
Inhoudelijk en qua aanpak vind ik Moderne Wiskunde een prima methode. Leerlingen krijgen ruimte om zelf 'dingen te ontdekken', ze worden uitgedaagd, het is speels en de auteurs zijn niet bang om 'zijpaden' te bewandelen. Als docent heb je dan nog een hoop te doen om het allemaal te structuren, nader toe te lichten en af en toe 's wat dingen op 'een rijtje' te zetten. Heel erg geschikt voor een klassikale aanpak. Lekker praten over wiskunde...:-)

Netwerk
Op mijn oude schooltje zijn we op een bepaald moment overgestapt van Moderne Wiskunde naar Netwerk. De leerlingen waren blij. Eindelijk duidelijkheid. De leerstof 'fijn' opgedeeld in hapklare en vooral makkelijk verteerbare brokken. 't Is jammer dat hapklare brokken nu niet direct leiden tot culinair genot, maar voor leerlingen is het wel fijn om gestructureerd in kleine stappen het voedsel tot zich te nemen. Als docent moet je dan veel investeren in grote lijnen, algemene vaardigheden, diepere bedoeling en nog zo wat.

Getal en ruimte
Getal en ruimte vind ik de mallotigste methode. Er staan echt onzinnige dingen in, wiskundige onjuistheden, wilde fantasieën en andere volstrekt onwenselijke didactiek. Doe dit, doe dat, dan komt het goed. Ze doen net alsof wiskunde een soort grote trukendoos is. Als je nu maar op het goede moment de juiste truuk gebruikt dan kom je er wel. Maar kennelijk sluit dat heel goed aan bij de 'hersenactiviteit' van de doelgroep. De methode is heel geschikt om zelfstandig aan te werken. Grappig genoeg leren ze er ook nog iets van. Als docent moet je dan af en toe nog wel 's iets roepen en aansturen op het vergroten van begrip, maar ook dat gaat eigenlijk vaak nog heel goed ook.

Conclusie
Ik denk dat we 't er maar mee moeten doen. Eerlijk gezegd is dat nu toe nog altijd gelukt. Het maakt eigenlijk niet zo veel uit. De getallen, de functies, de achterliggende structuren zijn toch steeds hetzelfde. Daar hebben we 't dan over... Mooi!:-)