maandag 3 maart 2014

Aandelen

Vraag 17 uit de CITO-voorbeeldrekentoets 3F van 2013. HAVO-leerlingen 15% goed en VWO-leerlingen 30% goed. Dat is niet te best...

q9488img1.gif

Hoe pak je dat aan?

Deze vraag bestaat uit twee delen:
  1. Je koopt 200 aandelen die per stuk €9,60 kosten. Daarbij moet je nog transactiekosten betalen. De transactiekosten zijn 0,8% van de totale waarde van de aandelen. Die moet je dan nog apart betalen.
  2. Je verkoopt 200 aandelen voor €17,20 per stuk. Nu moet je ook transactiekosten betalen. Deze kosten gaan dan af van het bedrag wat je krijgt voor de aandelen.
Als je dat 'door hebt' (en dat is wel heel erg lastig!) dan krijg je:
  1. Je hebt betaald: 200·9,60·1,008 = €1935,36
  2. Je krijgt terug: 200·17,20·0,991 = €3409,04
  3. Trek (1) van (2) af. Je winst is €1473,68 euro.
Met een rekenmachine kun je 3 stappen in één keer doen:
  • 200·17.20·0.991-200·9.60·1.008 = €1473.68
Het gebruik van groeifactoren is hier vrijwel onvermijdelijk. Als je hier ook nog apart 0,8% van het bedrag moet uitrekenen en dat dan optellen bij de kosten voor de aandelen en idemdito voor als je verkoopt dan ben je nog wel even bezig. Die 0,8% en 0,9% maken het er ook al niet gemakkelijker op.

Op WisFaq was de vraag ook al 's aan de orde geweest. Kennelijk is een minimale aanwijzing over het 'verhaaltje' voldoende om het te kunnen uitrekenen. Maar waar zijn we dan mee bezig? Is dat begrijpend lezen of rekenen?

In de komende weken zal ik nog 's wat vaker kijken naar de resultaten van de CITO voorbeeldrekentoets. Wat waren de moeilijke vragen? En waarom?