zaterdag 26 februari 2011

Twee vliegen in één klap

Naar aanleiding van Rapportvergadering (zucht) en de pre-test wiskunde van de lerarenopleiding vroeg ik me af waarom digitaal toetsen in het algemeen zo 'slecht' gaat. Wat is er mis mee?

Er zijn wat digitaal toetsen betreft een aantal 'gebruiken' waar je van af moet vragen of je dat wilt:
  • Je biedt een digitale toets aan en die moet ook digitaal (=softwarematig) worden nagekeken. Waarom? Het is natuurlijk wel 'makkelijk' maar misschien niet zo slim. De mogelijkheden om op een 'intelligente manier' toetsvragen te controleren op juistheid zijn in het algemeen erg beperkt. Je moet dan allerlei kunstjes uithalen om toch nog een soort vragen te stellen die iets opleveren. Maar misschien wil je wel vragen stellen die ruimte laten voor inzicht, begrip, een creatieve aanpak of een eigen mening. Het is zelfs misschien juist wel wat je wilt toetsen. Sommetjes maken? Feitjes leren? Reproduceren? Uit je hoofd leren? Dat is toch niet wat we doen? Dat moet anders.

  • De score op een toets zegt meestal niet zo veel. Dat geldt zowel voor 'gewone' als voor 'digitale' toetsen. De restultaten op een digitale toets kunnen een grote meerwaarde krijgen als je de vragen zou kunnen 'scoren' naar de kenniselementen die je wilt toetsen. De feedback zou veel uitgebreider kunnen zijn. Als de kandidaat uitgebreide feedback krijgt over waar het goed ging en waar het wat minder ging dan leer je dan ook weer van en weet je waar je nog aan moet werken.
Als ik daar nu zo 's over nadenk zou je ook een andere aanpak kunnen kiezen. Dus 'open vragen', een docent die nakijkt (intelligente feedback!:-) en een soort 'score' implementeren met informatie over het soort kennis dat een rol speelt bij de toetsvragen. Ik stel me voor dat je als docent de toetsvragen punten geeft voor de verschillende kenniselementen. Je kunt als docent vooraf ook zien welke kennislelementen vertegenwoordigd zijn in je toets en eventueel nog 's nadenken of je dat wilt of dat je misschien nog een beetje moet knutselen aan je toets. Als de studenten de toets gemaakt kijkt de docent dat na en geeft per vraag punten, zoals 'normaal', dus alle subtiliteiten in overweging nemende. Dat geeft een 'cijfer', maar daarnaast kan je voor elke leerling (of per klas) een 'gewogen score' berekenen voor de verschillende kenniselementen. Wat gaat goed en wat gaat er niet goed? Dat zijn dan twee vliegen in een klap. Meer inzicht in je toets en meer inzicht in de prestaties van de studenten. Wat wil je nog meer?